Op Facebook plaatste Christa Noëlla een bericht dat ze niet meedoet aan de dodenherdenking op 4 mei. Nu is dat op zich niet zo bijzonder, want ik denk dat het aantal mensen die daar niet aan meedoet elk jaar groter wordt.

De hashtag #geen4meivoormij wordt nu door meerdere mensen op Twitter gebruikt om aan te geven dat ze er ook niet aan willen meedoen. Prima, die vrijheid heeft men en ik heb er toch respect voor dat er bewust over nagedacht wordt over waarom je wel of niet mee zou doen aan de jaarlijkse herdenking van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, die steeds meer een herdenking wordt van slachtoffers van oorlogen wereldwijd.

De redenen om niet mee te doen zijn oprecht, en gaan over de hypocrisie van de herdenking omdat we nog steeds een samenleving hebben die niet veel geleerd heeft van de Tweede Wereldoorlog, een samenleving waar witte levens belangrijker zijn dan zwarte, waar met regelmaat westerse bommen op onder andere Aleppo vallen, een samenleving waar extreemrechts opbloeit, een tijdperk van terreur, intolerantie en haat. Het “nooit meer” is nog moeilijk om nog volmondig zonder plaatsvervangende schaamte uit te spreken. Ik vind het ontzettend goed om daar aandacht voor te vragen.

Toch vind ik in bovenstaande argumenten (voor mij) geen reden om op 4 mei niet stil te staan bij oorlogsslachtoffers. Ik ben blij en dankbaar in één van de meest vrije landen ter wereld te wonen, maar tevens trek ik me het lot van de miljoenen vluchtelingen door oorlog erg aan. Er doen ook intolerante hypocrieten aan de herdenking mee. Diezelfde mensen maken ook gebruik van de trein, maar dat is voor mij geen reden om de NS te boycotten.

Ik doe niet mee aan de hypocrisie. Als ik stil sta, herdenk, doe ik dat oprecht. Ik gooi geen bommen op Syrië, ik verafschuw racisme, extremisme in al zijn vormen. Ik probeer niet te haten . Haters, Geert Wilders, zijn aanhang, racisten, ze zullen ook meedoen aan de herdenking, misschien zeggen ze zelfs heel hypocriet “nooit meer”, geloven ze zelf dat ze derhalve goed bezig zijn en zullen ze vervolgens een dag later weer allerlei haatzaaiende, racistische taal de wereld in brallen, een huis van een vluchtelingengezin te bekogelen, of een moslima in de tram uitschelden. Ik laat me er niet van weerhouden op 4 mei even stil te staan bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Dat is 4 mei voor mij.

Een dag later op 5 mei, zal mijn vrouw, die de oorlog in Somalië is ontvlucht, spreken op het bevrijdingsfestival op het Maliveld in Den Haag. Ze zal vertellen over hoe het is om niet vrij te zijn, dat er mensen zijn die dagelijks met oorlog moeten leven, en over hoe zij voor haar vrijheid gevochten heeft, en uiteindelijk gevonden heeft. Ze zal zeggen dat we vrij zijn, en dat we daar best blij mee mogen zijn. Gelijk heeft ze.